Sint-Gillis-Binnen-2

Adres

Brusselsestraat, 9200 Dendermonde

Pastoor

Johan Mattheys

Heldenplein 1, 9200 Dendermonde

Tel.: 052 21 23 30 - gsm: 0497 26 25 35

E-mail: johan.mattheys@dekenaatdendermonde.be

Parochievicaris

Walter Van Der Meulen

Begijnhof 14

9200 Dendermonde

Tel.: 0496 53 00 85

walter.vandermeulen@parochiedendermonde.be

 

Historiek

De parochiekerk Sint-Gillis-Binnen bevindt zich binnen de oude stad. De toevoeging "binnen" kwam ter sprake vanaf de stad oostwaarts uitbreidde en er een parochie Sint-Gillis-Buiten ontstond.

Het niet te grote kerkje heeft een hele geschiedenis gekend en staat op de plaats van de oudste nederzetting. De barokke gevel oogt heel mooi.

De kerk is elke morgen open van 9.30 h tot 12 u.

Historische en kunsthistorische beschrijving

 (Ontleend aan de stedelijke website, waarvoor onze dank)

In 1228 werd de parochiekerk van Zwijveke overgebracht naar de gebouwen van het gewezen Sint-Gillishospitaal. Toen deze plaats ten gevolge van de laatste stadsuitbreiding (ca. 1230) binnen de muren van Dendermonde kwam te liggen, sprak men voortaan van Sint-Gillis-Binnen.

Later in de 13e en 14e eeuw bouwde men in de nabijheid van de oorspronkelijke hospitaalkapel een gotische kerk. De toren werd rond 1444 hoger opgetrokken, maar bleef onvoltooid. In 1578 werd de kerk in brand gestoken, doch in 1584 was ze reeds opnieuw hersteld.

Pas in de 18e eeuw was de benedenkerk blijkbaar te klein geworden voor het steeds toenemend aantal inwoners (ca. 1900). Met de abdij van Zwijveke bereikte men na jaren aandringen een overeenkomst, waarbij toren en koor bewaard bleven. In 1779 werd de benedenkerk afgebroken en in 1780-1781 herbouwd onder de leiding van ingenieur Judocus Sibens. In december 1781 volgde de inwijding door landdeken Nijs. De eenvoudig afgewerkte kerk telde drie beuken onder één zadeldak en was inwendig verdeeld door twee rijen zuilen van de Toskaanse orde. De voorgevel bleef onafgewerkt en werd voorzien van de uit 1741 daterende arduinen ingangspoort van de vorige kerk.

In het interieur herbruikte men de communiebank, de preekstoel en de vier biechtstoelen. In 1866 werden koor, toren en sacristie gerestaureerd door stadsarchitect Edouard Bouwens.

De bendenkerk kwam pas in 1912-1913 aan de beurt, toen architect Valentin Vaerwyck haar voorzag van een gevel in neobarokstijl, met behoud van de 18e-eeuwse ingangspoort.

De kerk doorstond ongeschonden beide Wereldoorlogen, doch was enkele jaren geleden opnieuw aan herstelling toe.

Het beschermde orgel (18e eeuw) werd in 1978 hersteld door de firma Pels (Herselt) onder toezicht van Gabriël Loncke. Tussen 1984 en 1988 werd de als monument beschermde kerk volledig gerestaureerd.

Achter de kerk, omgeven door een vijver en veel groen, staat de pastorie. Ze werd in 1852 op de fundamenten van de oude pastorie opgetrokken naar de plannen van architect Johan Beeckman. Tot in 1901, toen de gemeente Sint-Gillis een eigen kerk kreeg, diende ze als huisvesting voor de drie priesters van de toenmalige parochie Sint-Gillis-Binnen en -Buiten.

Een bezoek aan de kerk

We betreden de kerk via de 18de eeuwse ingangspoort, die aansluit op een eikenhouten doksaal met tochtportaal uit het einde van de 18de eeuw. Het is bekroond door een authentiek orgel (1778) van Lambert Van Peteghem. Het sobere orgelfront is versierd met motieven in Lodewijk XVI-stijl, zoals draperieën en guirlandes.

Met één oogopslag kunnen we van hieruit de heldere kerk en haar interieur bekijken. Achteraan loopt de iets bredere middenbeuk uit in een driezijdig afgesloten koor met de onderbouw van het beschilderde houten hoofdaltaar in Lodewijk XVI-stijl. De bovenbouw van dit portiekaltaar is verdwenen.

Het altaarschilderij (1859) van de hand van Frans Verhas (1827-1894) stelt de door een pijl gevelde kluizenaar Sint-Gillis voor, die een hinde tegen een jager in bescherming nam. Hij wordt ondersteund door Wamba, de koning van de Westgoten. Ook de voorheen witgeschilderde beelden van de HH. Hubertus en Eligius (nu in de noordelijke zijbeuk) en de twee engelfiguren op de buitenste pijpenbundels van het orgel zijn van dit portiekaltaar herkomstig.

Aan beide zijden van het hoofdaltaar hangen nog twee schilderijen uit de voormalige kerk. Rechts het portret van Joos De Bosser pastoor van 1597 tot 1629, en links dat van zijn opvolger Hilduardus D'Haens (ca. 1603-1676). In elke zijbeuk staat een gemarmerd houten portiekaltaar uit het laatste kwart van de 18de eeuw, respectievelijk toegewijd aan O.-L.-Vrouw (noordaltaar) en Sint-Gillis (zuidaltaar). De reliëfs op de voorzijde van de drie altaartombes stellen een treurende Maria, een Heilig Aanschijn en Johannes de Evangelist voor, de traditionele opstelling van een Kalvarie.

De rest van het meubilair werd uitgevoerd in rococostijl en dateert uit het derde kwart van de 18de eeuw. In de noordelijke zijbeuk bevinden zich de preekstoel (met op de kuip het symbool van de H. Drievuldigheid) en twee biechtstoelen.

In de zuidelijke zijbeuk flankeren twee gelijkaardige biechtstoelen de kerkmeestersdis. In hun bekroning dragen ze een reliëf in medaillonvorm met respectievelijk de borstbeelden van de H. Monica, O.-L.-Vrouw, Christus en H. Augustinus. Het is niet onmogelijk dat dit meubilair geheel of gedeeltelijk uit een afgeschaft klooster (Augustijnen ?) herkomstig is.

Onder de preekstoel staat een witmarmeren beeld van de H. Bernardus van Clairvaux, vermoedelijk herkomstig uit de verdwenen abdij van Zwijveke.

In de zijbeuken hangen eveneens de 14 staties van de kruisweg (1870) van Ed. Dujardin, in het gezelschap van enkele gepolychromeerde neogotische heiligenbeelden.

De beelden van de HH. Harten van Jezus en Maria (1882) komen uit het atelier van Matthias Zens (1838-1921).

De aandacht gaat in deze heldere kerk ook uit naar de kleurrijke glasramen, met thema's als O.-L.-Vrouw van de Rozenkrans, de Engelbewaarder, de H. Drievuldigheid, de H. Familie en enkele heiligen. De ramen in de vierde en vijfde travee werden in 1871-1873 geleverd door de Duitse glazenier Ortmann; die in de andere traveeën dateren van 1878-1882 en zijn van de hand van de Gentse glazenier Jules Bernaert. De glasramen in de voorgevel (O.-L.-Vrouw en H. Jozef) komen uit het atelier van Camille Ganton (1872-1946). De twee glasramen in het koor (Sint-Gillis en Sint-Joris) werden vernieuwd in 1956. Dit alles maakt deze prachtig onderhouden kerk tot één van de aangenaamste ruimten in onze stad.

Zoeken

Dekenaal nieuws