Adres
Sint-Gillislaan, 9200 St.-Gillis-Dendermonde
Liturgische vieringen
Weekendmis
Zondag om 11.00 u
Historische en kunsthistorische beschrijving
De geschiedenis en de kunsthistorische beschrijving van deze kerk is te vinden in een Jubileum-uitgave van de hand van pastoor J. De Brouwer, ter gelegenheid van 75 jaar parochie en 70 jaar kerk. De kerk werd gebouwd in 1903.
(Ontleend aan de stedelijke website, waarvoor onze dank).
Sint-Gillis-bij-Dendermonde bezat sedert het einde van de 7e eeuw mogelijk een eigen parochiekerkje op de Zwijvekekouter. In 1228 werd de parochiezetel echter ondergebracht binnen de muren van de aanpalende stad Dendermonde. Op het grondgebied van Sint-Gillis-Zwijveke was er sindsdien geen kerk meer. Eeuwenlang dienden de inwoners zich binnen de muren van de vestingstad Dendermonde naar hun parochiekerk te begeven.
Begin 1900 trok burgemeester T. Potiau naar Gent om er bij de bisschop het plan voor een kerk (door architect H. Vaerwyck) te bepleiten. Na langdurige onderhandelingen werd bij K.B. van 19 augustus 1901 de oprichting van een hulpkerk te Sint-Gillis-bij-Dendermonde goedgekeurd.
De gemeente bouwde op eigen kosten een vrij grote houten hulpkerk in de Processiestraat, waar de gelovigen de erediensten bijwoonden. Inmiddels werkte architect H. Vaerwyck zijn eerste ontwerp verder uit. De eerste steen van de nieuwe kerk werd gelegd op 30 augustus 1903. Een praalstoet trok toen dor de straten. De totale kostprijs van de kerk zou uiteindelijk ca. 302.000 goudfrank bedragen! In 1907 was de kerk klaar en vroeg burgemeester Potiau de kerkwijding aan. De bisschop stelde de wijding echter uit tot 1924, toen er een katholiek gemeentebestuur aan het bewind kwam.
Het werd uiteindelijk een vrij imposante driebeukige neogotische kerk van het basilicale type, met vooraan een monumentale toren van vier geledingen, waarvan de hoeksteunberen uitlopen op een bekroning met hoektorentjes, verbonden met boogfriezen en een balustrade. Een waardige bekroning van dit alles vormt de hoge naaldspits. Links naast de toren staat een polygonale doopkapel, met een gedenksteen (1903) van H. Vaerwyck en O. Sinia. Tegen het koor en de zuidelijke transeptarm van deze naar het westen gerichte kerk, werd een vrij ruime sacristie opgericht. De eerste steen zit in de buitenmuur van het koor ingemetseld. Met uitzondering van de smalle lancetvensters in het koor, werden alle spitsbogige vensteropeningen als drielichten uitgewerkt. De boogvelden van de hoofdingang (toren) en de twee zij-ingangen (transepten) zijn versierd met mozaïeken, die de Verheerlijkte Christus, O.-L.-Vrouw als Moeder Gods en Sint-Egidius voorstellen. Achter de kerk werd in 1908-1909 naar de plannen van H. Vaerwyck een neogotische pastorie opgericht. Men maakte tevens werk van de aanleg van een ruim kerkplein, waarrond de volgende jaren steeds meer woningen werden opgetrokken.
nmiddels werden ook allerlei interieuronderdelen aangekocht of via schenkingen verworven. Zo schonk brouwer Victor Callebaut-Haems in 1903 drie klokken, gegoten bij G. Slegers te Tellin. Het interieur werd tijdens de volgende jaren verrijkt met vier biechtstoelen (1906-1907), een hoofdaltaar, vier zijaltaren en een preekstoel (1907-1921), de staties van de Kruisweg en van de Zeven Weeën van Maria, een doopvont (1908), een communiebank (1908-1911) en diverse beelden. Het geplande koorgestoelte kwam pas na WO I klaar.
De kerk zou niet ongeschonden uit de Eerste Wereldoorlog komen. De torennaald werd vernield, de klokken stortten neer en het dak brandde af. Door brandstichting gingen de kerkdeuren, het portaal, het doksaal, enkele beelden, twee biechtstoelen, de communiebank en honderden stoelen verloren. Pas in maart 1915 kon de eredienst hervat worden in de gedeeltelijk herstelde parochiekerk. Vanaf 1920 werd gestart met herinrichtingswerken. Op 21 april 1924 werden de nieuwe klokken (G. Slegers) en twee gedenkplaten voor de oorlogsslachtoffers ingehuldigd. De door Valentin Vaerwyck herstelde kerk werd pas op 3 september door de Gentse bisschop Emiel Seghers plechtig ingewijd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de drie klokken uit de toren geroofd. Ze werden pas in 1954 door drie nieuwe klokken van de firma Horacantus (Lokeren) vervangen.
Inmiddels was Sint-Gillis uitgegroeid tot een gemeente met ca. 9.275 inwoners (1940). Decentralisatie van de parochie drong zich dan ook op. Bij Regentsbesluit van 14 februari 1946 werd de Boonwijk tot hulpparochie verheven. Bij KB van 4 maart 1969 werd ook te Lutterzele de hulpparochie Sint-Lutgart opgericht.
In de postconciliaire periode van de zestiger jaren werden er aan het interieur van de kerk slechts enkele onderhouds- en herinrichtingswerken uitgevoerd. Zo kwam er in 1964 een nieuw altaar en werd in 1968 de doopkapel tot rouwkapel omgevormd. In 1973-1974 vernieuwde men de daken; in 1975 werd in het zijkoor met de altaren van O.-L.-Vrouw en
Beschrijving van het Marcussen-orgel in de Kerk van Sint-Egidius E.M. .
Het orgel werd in 1994 gebouwd door de firma Marcussen uit Denemarken. Opdrachtgever was de VZW De Vrienden van de Sint Egidiuskerk. Het werd gechonken aan de kerk. Het is een mechanisch orgel met 14 stemmen, twee manualen en een pedaal. De manualen kunnen onderling gekopppeld worden, maar eveneens met het pedaal. Het orgel werd geïntoneerd door Jens Christensen. In onze kerk, met een zeer goede akoestiek, brengt de opstelling vooraan een zeer open en rijke klank voort. De firma LMarcussen kan bogen op een lange traditie en werkte inspirerend en vernieuwend in de orgelbouw. Zij bouwde en restaureerde verschillende prachtige instrumenten. In ons land is het orgel van de St. Egidiuskerk te St. Gills Dendermonde het derde Marcussenorgel.