funerair erfgoed 1
Niet alleen doden op een kerkhof…

De gewoonte om onze doden te begraven is niet nieuw. Reeds in de steentijd, pakweg tienduizend jaar vóór Christus, werden graven gebruikt. Toen mensen in vaste nederzettingen begonnen te leven, ontstonden er ook nieuwe gewoontes, nl. het collectief bijzetten van overledenen. Bij de Romeinen hadden ze zelfs hele ‘dodensteden’ of ‘necropolen’. Die lagen aan de randen van de stad en waren makkelijk bereikbaar. Ook werden doden vroeger begraven in ‘tumuli’ of ‘grafheuvels’. In de middeleeuwen was het belangrijk om zo dicht mogelijk bij of zelfs in de kerk begraven te worden. Al was dat laatste vooral ook voor de meer begoede burgerij weggelegd. Zo ver gaan we echter niet terug, wanneer we over onze Dendermondse begraafplaatsen wandelen. Meer en meer worden de kerkhoven omgebouwd tot parken, waar het goed vertoeven is. Tijd om even stil te staan bij welke monumenten er nog allemaal te bekijken zijn. Nu toch nog altijd.

Eeuwigdurende concessies

Keizer Jozef II verbood bij het edict van 26 juni 1784 om nog langer doden in de kerk te begraven. Hij ging daarbij nog een stapje verder: kerkhoven moesten zelfs uit de stad verdwijnen en nieuwe begraafplaatsen moesten buiten de stadsmuren aangelegd worden. Ook moesten alle mensen, ongeacht hun geloofsovertuiging op dezelfde begraafplaats begraven worden. Ook belangrijk, was dat het mogelijk was om een stuk grond te verwerven, waarop een eeuwigdurende concessie geldig was en waarop een grafteken kon geplaatst worden. Vandaag zie je nog op grafmonumenten de vermelding ‘eeuwigdurend’ staan.

Katholieken en liberalen bonden dan een strijd aan over het beheer van die kerkhoven en pas bijna honderd jaar later -in 1864- beslechte het Hof van Cassatie deze ruzie en werd het beheer ervan toebedacht aan de ‘burgerlijke macht’. Een ander belangrijk jaar is 1971, want toen werden de ‘eeuwigdurende concessies’ vervangen door deze van maximaal 50 jaar. Vandaar, dat mensen zeggen ‘We hebben hem begraven op gekochte grond en voor  jaar’. Nog eens 30 jaar later, op 16 janurai 2004, verscheen een decreet, dat het College van Burgemeester en Schepenen verplicht om een echte inventaris van graven met een historische, artistieke, volkskundige of sociaal-culturele waarde en die niet beschermd zijn toch te bewaren en te onderhouden voor een periode van 50 jaar.

Schoonselhof, Campo Santo, Père Lachaise

Er zijn prachtige kerkhoven, die nationale en internationale uitstraling en bekendheid hebben. Campo Santo in St-Amandsberg, waar bekendheden als Luc De Vos van Gorki, Marc Sleen van Nero, Jan-Frans Willems, Ledeganck, Prudens Van Duyse, Karel Van de Woestijne, Rosalie Loveling, Frans De Potter en vele anderen liggen. Op het Schoonselhof in Antwerpen vind je grafmonumenten van Nonkel Bob Davidse, Robbe De Hert, Willem Elsschot, Paul van Ostaijen, Lode Zielens en vele, vele andere bekende en minder bekende namen. En over Père Lachaise in Parijs moeten we ook al geen te lange lijst geven. Minstens één keer in een mensenleven moet je op zoek naar Jim Morrison, Modigliani, Eugène Delacroix, Karel Appel, Oscar Wilde, Henri Salvador en ‘tutti quanti’. Een kerkhof is een plaats van verdriet, van rust en van hoop, van verbondenheid en van samen beleven. Begraafplaatsen zijn diskreet, maar zeer waardevol in onze samenleving. Een plaats waar iedereen naar toe kan komen om stil te gedenken, wie ons voorgegaan is. Het zijn ontmoetingsplaatsen, waar respect en stilte heersen, waar verwondering en bewondering hand in hand gaan. Het zijn plaatsen waar drie stadia van het afscheid samenkomen: dat van het waardig sterven, dat van een waardige organisatie van de uitvaart en dat stadium van de waardige herdenking. De waarde van het funerair erfgoed kan niet in centen uitgedrukt worden, maar valt zeker en vast niet te onderschatten. De veelheid aan nationaliteiten, stijlen, stromingen en levensbeschouwingen ademt een diversiteit aan historische en maatschappelijke ontwikkelingen uit. Dat is te merken aan de uiteenlopende esthetische stijlen die men aantreft op een begraafplaats.

Maar ook Dendermonde

Zoals vaak, gaan we met zijn allen op zoek naar interessante plekken om te bekijken, te bewonderen en bij stil te staan. Zoals zo vaak, vergeten we dat ook in onze eigen stad er heel wat te beleven valt. Wie een ‘toer’ maakt langs onze kerken, beaamt dit. Maar ook wie langs onze Dendermondse begraafplaatsen trekt, ontdekt heel wat interessante monumenten met een schat aan gegevens over personen en zelfs de stadsgeschiedenis. Wij trokken naar de Kerkhofstraat in Appels-Dendermonde en keken met grote ogen rond naar het graf van Lodewijk Dosfel, de familie Dilewyns-Cammaert, de familie Vertongen-Goens, de grafkapel van familie De Bruyn en de naamplaat van Leon De Bruyn, oud-burgemeester en minister, van Leo Bruynincx, van de familie Schellekens en van zovele andere Dendermondenaren, elk met hun eigen geschiedenis en wetenswaardigheden. Vele graven zijn echter slachtoffer van de ‘tand des tijds’ en zijn moeilijk leesbaar geworden. Gelukkig ontfermt een werkgroep ‘funerair erfgoed’ zich over het inventariseren en instandhouding van dit erfgoed. Er zal nog heel wat werk nodig zijn om alles in orde te krijgen, maar ook hier zal doorzettingsvermogen en heel veel goede wil (en de nodige centen) mooie resultaten opleveren. We laten u op deze en volgende pagina’s genieten van enkele mooie voorbeelden van wat er op het Dendermondse kerkhof te bewonderen is. Maar ook elders -in de verschillende deelgemeenten- kan je veel fraais ontdekken. Absoluut te bewaren voor het nageslacht.

 

Luc De Donder

Zoeken

Dekenaal nieuws