Spelende kinderen op straat

© sean072 via pixabay

‘Ga nog maar wat op ‘t straat spelen’, dat was vroeger mogelijk, daar kon men de kinderen uit de buurt ontmoeten en ook tal van buurtbewoners...

Bijna elke dag ga ik wandelen op den dijk van het mooie Vlassenbroek.

Toen ik mijn auto aan de kerk wou parkeren was de juf van de kleuterschool de kinderen aan het leren om veilig te fietsen op straat. Voorwaar, een zeer wijze en pedagogische beslissing. Op het hetzelfde moment komt er een grote klas 16-17-jarigen per fiets aangereden. Voorzichtigheid geboden met dat jonge fietsende geweld. De begeleidende leraar roept naar de kleuterjuf: “Opgepast er komt nog een groep achter”. Ik dacht ineens aan onze kindertijd (60 jaar geleden). Toen zei moeder: ga nog maar wat spelen op straat. Dat kon toen nog.

De straat was er voor de kinderen.

Enkele jaren terug was ik op bezoek in Guinée-Konakry (een Afrikaans land). Met de CM Waas en Dender helpen we daar bij het oprichten van mutualiteiten. Tot mijn grote verbazing zag ik hoe kinderen in de hoofdstraten voetbal speelden. Met twee grote stenen werden de goals aangeduid. Verschillende terreinen na elkaar. Als er een auto moest passeren werden de stenen weggenomen en daarna terug gelegd. Het spel kon herbeginnen. Langs de straat werden de voetbalspelende jongens door de meisjes aangemoedigd. Ging het om het spel of om de jongens, dat is mij nog altijd een raadsel? Maar ook de ouderen uit de straat vonden blijkbaar veel voldoening bij het zien van die sportieve lui. Blijkbaar waren de straten in de hoofdstad Conakry een nog uitverkoren speelplaats voor de kinderen.

Terug naar de straat van toen. Het was toen nog een strook kasseien, hobbelig en smal, met daarnaast langs weerszijden een strook aardeweg en een gracht om het water op te vangen. In de winter waren deze grachten gevuld met water. ’s Zomers waren zij droog en dikwijls mooi gegarnierd met bloemen en op diverse plaatsen een zitplaats om er elkaar te ontmoeten en om er samen een pintje te drinken, om er te kaarten of gewoonweg om met de buurt samen te zijn. De aarden stroken langs weerszijden van de weg boden ook plaats voor allerlei volkspelen als stekbollen, pétanque, …Zelden passeerde er een auto.

De venters met paard en kar brachten allerlei producten tot bij de mensen: fruit en groenten, brandstoffen, zuivelproducten, dranken, … En uiteraard ook de landbouwers, die vervoerden hun landbouwproducten van het veld naar de boerderij. Ook tal van bakfietsen waren op weg: de bakker, de beenhouwer, enz …

‘Ga nog maar wat op ‘t straat spelen’, dat was in die tijd mogelijk, daar kon men de kinderen uit de buurt ontmoeten en ook tal van buurtbewoners. Op de straat werd het leven, het leed en ook de vreugde gedeeld. De straat was een echte ontmoetingsplek. Dat is vandaag niet meer mogelijk geworden. De straat is nu een onveilige plek die jaarlijks vele slachtoffers eist. Wij hebben vandaag de straat nodig om zo vlug mogelijk ons doel te bereiken. Er is nog maar weinig aandacht voor anderen die zich op diezelfde weg begeven. Integendeel, zij worden soms bekeken als een hindernis bij onze eigen ambities.

“Ga maar wat op straat spelen.” Wij moeten de straat terug geven aan de kinderen en aan de mensen die er wonen en de wagens bannen die al zo lang onze wegen tiranniseren. Pas dan zullen wij terug de weg vinden naar elkaar. Een gemeenschap wordt immers opgebouwd door mensen die gastvrij zijn voor elkaar en ruimte bieden om elkaar te ontmoeten. Waar kan dat al beter dan op de plaats waar wij wonen!

Pastoor Paul

 

Zoeken

Dekenaal nieuws