Wij denken opnieuw aan wat Jezus op Witte Donderdag als Zijn testament schonk aan Zijn apostelen: het teken van de dienstbaarheid en het delen van brood en beker. Brood is zo gewoon, het delen van het brood een alledaags gebeuren, tenminste als je nog van samen tafelen houdt en je maaltijden niet beperkt tot een vlugge hap uit de ijskast. En toch, maaltijd houden is een intens gebeuren. Je wil samen zijn, je maakt tijd voor elkaar en luistert naar elkaars verhaal. Je deelt met elkaar het voedsel op tafel. Het versterkt de familieband en nodigt uit om elke dag het leven met elkaar te delen; lief en leed. Tafelen is dus zoveel meer dan zich van de nodige calorieën voorzien.
Brood en wijn zijn zo vanzelfsprekend, dagelijkse kost, in het land van Jezus. Deze eenvoudige spijzen, zeg maar het ganse tafelgebeuren, maakt Jezus tijdens het laatste avondmaal tot teken van zijn blijvende verbondenheid met Zijn vrienden, vooraleer Hij Zijn leven zal geven uit liefde voor ons allen.
Met Pasen herdenkt het Joodse volk haar bevrijding uit de slavernij van Egypte. Zij danken God op deze feestdag om het voedsel (het manna) tijdens die lange zoektocht doorheen een woestijn van onzekerheden naar een nieuw land, een nieuwe tijd. De Joodse families gedenken dit met een Paasmaal aan de vooravond van de grote Sabbath. De maaltijd begint met het breken en delen van het brood. En de maaltijd wordt afgesloten met een laatste beker van verbondenheid en geloof in die God die leven schenkt.
Jezus was ook een Jood. Jaar na jaar heeft hij met Zijn geloofsgenoten het Joodse paasfeest gevierd. Op Zijn laatste avond was Hij samen met Zijn vrienden, de apostelen. Hij herhaalt de oude joodse rituelen maar schenkt er een eigen betekenis aan. Met name Hij nodigt hen uit om Hem te gedenken. Hij is voor hen de graankorrel die sterven moet en veelvuldig Leven brengt. Hij is de ware wijnstok waarmee ze verbonden moeten blijven. Zoals brood en wijn het resultaat zijn van de arbeid van mensen en bron van leven zijn. Zo wil Hij voortaan bron van leven zijn voor Zijn vrienden en voor allen die in Hem geloven. En meer nog: Hij nodigt ons uit om eveneens bron van leven te worden voor anderen, door onze liefde en dienstbaarheid, door onze zorg en nabijheid, door onze genegenheid en tederheid. Bron van leven zijn wij als wij bereid zijn naar Jezus’ voorbeeld ons leven te breken en te delen.
Bij de communie zegt men: ‘het Lichaam van Christus’. Daarmee wordt ons gezegd wat wij ontvangen: de verrezen Heer in de gedaante van het gebroken Brood. Er wordt ons tevens gezegd: Mens, wees zelf ‘Lichaam van Christus’ in deze wereld. Wie aan de tafel van Jezus deelt wordt uitgenodigd om in Zijn leven te delen en om Hem aanwezig te brengen in ons dagelijks leven. Zijn zorg voor armen, Zijn passie voor gerechtigheid en vrede, Zijn aandacht en liefde voor de minste, Zijn verbondenheid met de Vader moeten wij tot de onze maken. Wij kunnen dat niet genoeg herhalen. Daarom komen christenen iedere week samen aan de tafel van de Heer. Jij bent ook uitgenodigd!
Priester Roger Van den Berghe schrijft: ‘Wat vinden wij zo aantrekkelijk aan de eucharistieviering? We willen er bij zijn, geen zondag zonder een mis. Hier voelen we dat God werkelijk aanwezig is, dat Hij ons kent, ons hoort, weet wat er in ons hart omgaat. Hij is onze tochtgenoot op onze dagdagelijkse levensweg van zorgen en twijfels, vreugde en angsten. Hier zingen we van dankbaarheid als er vreugde is in ons hart en als we bedroefd en treurig zijn, pinken we een traan weg. Hier horen wij Zijn woorden die zalf zijn voor onze wonden, licht in onze duisternis, hoop in uitzichtloze dagen. Hier leren we beminnen en teder zorg dragen. Hier weten we: God houdt van ons, nooit zijn wij alleen. In leven en dood zijn we in zijn hand. Hier voelen we hoe het leven er op zijn schoonst kan uitzien en er uiteindelijk ook zal uitzien. Daarom is het dat wij samenkomen.’
Met andere woorden: om gesterkt door dit brood het uit te houden in het lief hebben, zoals Jezus zelf! Iemand zei: ‘Dat was een mooie viering’ waarop een ander antwoordde: ‘Maak er nu een mooie viering van in uw leven.’
Pastoor Paul