Een mysterie…
Met Pasen wordt overal ter wereld het mysterie gevierd van de verrijzenis van Jezus. In vele talen wordt het uitgezongen: ‘de Heer is waarlijk opgestaan Alleluia’! We kunnen dat niet begrijpen, maar alleen gelovig aanvaarden. Mensen die niet kunnen of willen geloven stellen zich de vraag: hoe kun je in een wereld die steunt op wetenschap, waar alles ‘meetbaar’ en ‘maakbaar’ is, geloof hechten aan een oncontroleerbaar verhaal dat ons van eeuwen geleden is overgeleverd? Dan komen de vragen: Is Hij uit het graf opgestaan? Hoe kan een dode tot leven komen? Op zo’n grote levensvragen kan je niet zomaar, voor de vuist een antwoord geven. Hier kunnen we niet anders dan ons gelovig hart te laten spreken, niet het verstandelijk kennen telt hier maar wel het kennen van het hart dat gelooft! Dat is een totaal andere benadering die het Mysterie, mysterie laat zijn! Een mysterie als antwoord op Jezus’ leven, door God gegeven!
Sterven aan jezelf…
De verrijzenis is het goddelijk antwoord op de manier van leven van Jezus. Zijn levenswijze loopt niet uit op de dood. De verrijzenis is een bekrachtiging van het leven, dat Jezus voor zijn dood beleefd heeft. Hij leefde niet voor zichzelf, maar voor de anderen. Dat wordt prachtig weergegeven in het beeld van de graankorrel: ‘als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen, maar als hij sterft brengt hij veel vruchten voort (Joh. 12, 24). Hij leefde niet voor zichzelf maar voor de anderen. Zijn levenswijze was niet gebaseerd op macht en geweld, maar enkel op liefde en dienstbaarheid. Geloven in de verrijzenis van Jezus houdt in dat wij zijn manier van leven beamen en overnemen door te werken aan een betere wereld, door in opstand te komen tegen alle vormen van de dood, ook tegen datgene dat andere mensen dood maakt! Dat is een weg die we moeten gaan…
Niet evident…
Jezus’ leerlingen hadden met hem meegelopen en kenden zijn levensstijl maar al te goed. Toch mogen we niet onder de mat vegen dat het voor de eerste christenen even moeilijk was om de verrijzenis van de Heer te aanvaarden. Het was voor hen niet evident! De leerlingen van Jezus hebben Hem van het kruis genomen en hem gebalsemd met nardusolie, begraven in een rotsgraf waarvoor ze een zware steen rolden. Toen de vrouwen kwamen vertellen over het lege graf werd hun verhaal, door de apostelen weggezet als prietpraat! Niemand van hen dacht er ook maar één moment aan dat Jezus zou verrijzen. Nochtans had hij het hen ingeprent: ‘breek deze tempel af en in drie dag zal ik hem doen herrijzen’ (Joh. 2,19).
Breek uit jezelf…
Na de dood van Jezus sluiten ze zich op in een zaal waarvan de ramen en de deuren potdicht zijn. En toch, Jezus is er! Maria van Magdala ontmoet Hem in de tuin. Ze denkt dat het de tuinman is. Maar, het is de levende Heer. De Emmaüsgangers, die geheel ontgoocheld Jeruzalem verlaten, ontmoeten Hem en denken: het is een man die toevallig dezelfde kant uit gaat. Maar, het is Jezus. Zij hebben het getuigenis nodig van de engel: “wat zoekt gij de Levende bij de doden? … Hij gaat u voor naar Galilea.” Zij hebben het getuigenis nodig van de andere leerlingen: “wij hebben de Heer gezien, Hij leeft.” Deze paasboodschap maakt hen tot nieuwe mensen. Ze blijven niet langer angstig bij elkaar zitten maar gaan op de baan. Ze willen verkondigen: Hij is niet dood, Hij leeft!
Een weg…
Dezelfde geloofsweg hebben wij te gaan. De paaservaring stuurt ons terug naar de mensen met een dringende boodschap. De verrijzenis van Jezus is niet zozeer een geloofspunt, het is veel meer een boodschap waarnaar geleefd moet worden. Deze paasboodschap moeten wij niet alleen verkondingen in de Kerk, maar meer nog ernaar leven. “Ga naar Galilea, daar zal hij u voorgaan.” Galilea is de streek waar de apostelen vandaan kwamen. Voor ons is dat thuis, het leven van iedere dag, de straat waarin we wonen, de omgeving waar we werken, de kring van mensen die je tegenkomt. Geloven in de verrijzenis van Jezus is vragen om de verrijzenis van alle mensen uit dodelijke situaties; is zich inzetten voor de verrijzenis, het herleven van de hele wereld. Dit rijk van licht en leven, dat met Jezus in de wereld kwam, moet verder uitgebouwd worden. Zo wordt de cirkel rond en komen we opnieuw uit bij het beeld van de graankorrel dat staat voor het leven van Jezus zelf en ons appelleert hetzelfde te doen!
Een relatie…
Wie vandaag tot een ontmoeting komt met de verrezen Heer, wie Christus voelt in zijn hart gaat buiten zijn ego staan. Vanuit bekering ga je andere dingen verlangen in het leven. Dat brengt me opnieuw bij Emmaüs, toen de leerlingen Hem herkenden bij het breken van het brood: “Brandde ons hart niet van verlangen toen hij voor ons de Schrift ontsloot?” (Lc. 24,32). Hun verlangen is gericht op Zijn aanwezigheid, die oproept tot het geven van getuigenis die de ogen opent. Ook daartoe zijn wij als paasmensen vandaag geroepen. Midden een multiculturele, pluralistische samenleving mogen wij er niet over zwijgen dat het geloof in de verrezen Heer ons leven verandert. Net als de Emmaüsgangers zijn we wekelijks uitgenodigd om Hem te ontmoeten aan de tafel van de Eucharistie. Dagelijks spreken we tot Hem wanneer we bidden en onze liefde uitspreken. Uitgesproken liefde die zich uit in daden van medemenselijkheid zijn toch ‘de fond’ van elke goede relatie? Daarom eindig ik dit woordje met de laatste zinnen uit het Lucasevangelie: “Nu leidde Hij hen naar buiten tot bij Betanië, hief de handen omhoog en zegende hen. En terwijl Hij hen zegende, verwijderde Hij zich van hen en werd ten hemel opgenomen. Zij aanbaden Hem en keerden met grote blijdschap naar Jeruzalem terug. Zij hielden zich voortdurend op in de tempel en verheerlijkten God”. (Lc. 24, 50-53). Eens ze hem écht kenden konden ze Hem niet meer missen en inspireerde Hij hun leven. Dan pas werd het écht Pasen.
Deken Jo