Baarmoederlijkheid
Neen, het is geen schrijffout. ‘Baarmoeder’ en ‘Barmhartigheid’ hebben veel met elkaar te maken. De gekende Vlaamse theoloog Roger Burggraeve, schreef onlangs een boek met als titel: ‘Baarmoederlijkheid van mens en God’. Een boek waarbij hij zich liet inspireren door de encycliek van Paus Franciscus: ‘Fratelli Tutti’. Een encycliek waar de paus zich laat inspireren door het mooie verhaal uit het Lucasevangelie: ‘De Barmhartige Samaritaan’

De parabel is immers een antwoord op de vraag van een jongeling aan Jezus: ‘Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Blijkbaar zijn mensen van alle tijden op zoek naar wat ze moeten doen in hun leven om gelukkig te zijn en een zinvol leven te leiden. De parabel spreekt over onze verantwoordelijkheid tegenover onze medemens, in het bijzonder over de mens in nood. In het Oude Testament wordt gesproken over ‘rachamin’, het hebreeuwse woord voor ‘Barmhartigheid’. Verwant met het Hebreeuws woord ‘rechem’, het Hebreeuws woord voor ‘Baarmoeder’. Vandaar de titel van het boek. De Baarmoeder immers koestert het kwetsbare leven, maar eist dat leven niet op. Immers op het passend moment opent die zich om aan het nieuwe leven alle kansen te geven. Onze Barmhartigheid mag de andere niet opeisen, maar dient ruimte te scheppen opdat mensen alle kansen krijgen om voluit te leven. ‘Leven in overvloed’, zegt het evangelie van Johannes. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan (Lc 10) is daar het voorbeeld van. Iemand, een onbekende zelfs, wordt aangerand en beroofd en blijft langs de kant van de weg liggen. Een voorbij reizende Samaritaan verpleegt en zalft hem en biedt hem een onderkomen waar hij voor de bijkomende onkosten zal instaan. De Samaritaan, een vreemde, is niet uit op dankbaarheid of lof. Hij doet wat men kan verwachten van iemand die het hart op de juiste plaats heeft. Zijn houding staat haaks tegenover de houding van de priester en de leviet, die de andere kant opkijken en allerlei argumenten aanbrengen om niets te doen en de noodlijdende in de steek laten. Een enorm protest dus tegenover het klerikalisme van priesters en allerlei geloofsgemeenschappen, kerk of politieke systemen die het eigen gelijk voorop stellen. Ook Jezus is aan de Romeinen uitgeleverd en veroordeeld door de priesterkaste van zijn tijd. De parabel wil ons steeds herinneren aan het ‘baarmoederlijke’ van die leven schenkende God en nodigt ons uit om in alle omstandigheden hetzelfde te doen. Niet zozeer het behoren tot een geloofsgemeenschap of kerk, het geloof in God en Zijn beloning voor het goede staat in de parabel voorop, maar de onbaatzuchtige zorg voor de andere. Er is dus werk aan de winkel voor al diegenen die in het spoor van Jezus zich laten bezielen door Gods baarmoederlijkheid. Zo wordt de mens, zoals op de eerste bladzijde van de Bijbel staat, Beeld van God. Dat ‘Beeld van God’ zijn is nooit volledig. Elke dag opnieuw zullen wij bezield door Zijn goede Geest, al goeddoende moeten rondgaan. De apostel Jacobus schreef in zijn brief: ‘Het geloof zonder de werken is een dood geloof.’

Deze parabel is het antwoord op de vraag van de schriftgeleerde over het eeuwig leven. Jezus spreekt er niet over vroomheid en het opvolgen van allerlei regels en wetten uit het joodse geloofsboek, maar over onze nabijheid en menslievendheid tegenover de andere: de vreemden, de gekwetsten, de uitgeslotenen, de armen, ...

Bijzonder, hoe Jezus geloof en hoogstaand moreel leven met elkaar verbindt.

Ik hoop later nog een aantal mooie gedachten uit dit boek van Roger Burggraeve ‘Baarmoederlijkheid van mens en God’ u aan te bieden.

Pastoor Paul

 

Zoeken

Dekenaal nieuws