In het evangelie wordt dezelfde gedachte gebruikt. Lazarus staat voor het volk Israël. Het is niet alleen ziek, het is levenloos geworden. Hun leiders, de priester, de farizeeën zijn niet meer trouw aan hun geloof. Marta en Maria staan hier symbool voor het nieuwe volk, dat zich door hun gebed inzet voor een nieuwe toekomst. Ze nodigen Jezus uit. Zij zeggen beiden: ‘Heer indien Gij hier waart geweest, zou mijn broer (mijn volk) niet levenloos zijn geworden. Nu is het te laat, hij ligt reeds vier dagen in het graf … Hij (het volk) is nu zeker dood.’
En dan komt Jezus aan het woord. Hij roept het Lazarus(het volk) terug tot leven. Dat volk dat met handen en voeten gebonden lag aan een levenssituatie die ten dode is. Jezus schreeuwt het uit, maakt zich boos over elke levenswijze die mensen belet ten volle te leven. Tegen elk systeem dat mensen klein houdt en geen kansen schenkt om gelukkig te zijn. Hij roept zijn vrienden op om mensen te bevrijden, te doen opstaan, los te maken van alle banden van onrecht.
Ook ons systeem, onze levenswijze, is niet alleen ziek, het jaagt elke dag vele mensen de dood in, letterlijk en figuurlijk. En ook wij worden opgeroepen om zoals Jezus mensen te bevrijden en tot nieuw leven te roepen.
Met Broederlijk Delen geven wij in deze vastentijd zovele volkeren terug de kans om op te staan en aan een nieuw en gelukkig leven te beginnen. Door onze financiële steun geven wij kans tot opleiding en een nieuw begin.
Paul De Craene